Wat is jouw openingszin? Hoe start je een presentatie? Auteur en trainer Michael Port bespreekt een aantal veelgehoorde openingen en wij sluiten ons er bij aan én vullen het aan.
Hoe goed zijn deze openingen?
“Ik ben blij hier te zijn!”
Natuurlijk! Maar, waar wat is het alternatief? Dat je niet blij bent er te zijn?
In plaats het te zeggen, laat je beter je enthousiasme zien. Dat is zoveel krachtiger.
“Ik heb maar weinig tijd, dus…”
Wat denkt je publiek dan? Precies: “Oh, dus we leren maar weinig.”
Ver-excuseren dat ze naar je moeten luisteren
Zo heel af en toe hoor je het iemand zeggen, maar dit is waarschijnlijk de meest ondermijnende manier om je presentatie te openen.
De reactie die dit onmiddellijk (onbewust) oproept: “Dus jij vraagt mij nu om een gunst om dit aan te horen en er zit niets van waarde voor mij bij.” Probeer dat dan nog maar eens te weerleggen.
Huishoudelijke mededelingen
Het zet je publiek in de stand: “Oh, ik hoef nog even niet echt te luisteren…”
Bij voorkeur verspreid je de informatie op een andere manier (hand-outs, programma) of laat je het degene vertellen die jou introduceert.
Jouw staat van dienst benoemen
Het grote risico van zelf vertellen wie je bent en wat je allemaal gedaan hebt, is dat het over kan komen als zelfingenomen — zeker in de Nederlandse cultuur. En dat maakt dat je publiek je eerder niet mag dan wel.
Laat liever iemand anders je (kort) introduceren (zorg dat je je bio bij je hebt voor die andere persoon).
Wel werkt het om vervolgens door te pakken op die voorgelezen bio, met wat bescheiden zelfspot. Je hoeft jezelf niet de grond in te boren, maar onderzoek wijst uit dat zelfspot een van de aantrekkelijkste vormen van humor is.
Zo weten ze wie je bent én heb je een band opgebouwd met je publiek.
Flauwe grapjes/ongerelateerd vulmateriaal
Nog zo’n dooddoener: flauwe grapjes en ongerelateerd vulmateriaal. Het komt misschien leuk over, maar het is kostbare tijd en het risico is dat je er de plank mee misslaat.
Zo breng je je publiek alleen maar op een dwaalspoor. Of als je pech hebt, zijn ze jou (en je flauwe grappen) al beu voor je bent begonnen.
Vertel ze wat je gaat vertellen…
Een klassiek advies: vertel wat je ze gaat vertellen, vertel het ze, vertel wat je ze hebt verteld. Maar helaas ook niet de meest krachtige opening.
Er zijn weinig films waar ze vooraf het plot weggeven. En dat is precies welk risico je loopt; de rest van je presentatie verpesten. Het is een dunne lijn waar je over loopt, dus we raden hem alleen aan als je weet wat je doet.
Toegegeven, bij sommige presentaties past dit echter wel. Presentaties in bijvoorbeeld webinars, seminars, colleges en sommige bedrijfspresentaties kunnen wel baat hebben bij deze opbouw.
Zeg in ieder geval zeker niet: “Dit ga ik jullie vertellen.” Je publiek wil een ervaring. Dus beter zou al zijn: “Dit gaan we vandaag doen.”
Maar liever nog neem je je publiek mee op een spannende (en onbekende) reis!
Begin met een verhaal
Het moet zeker niet. Het kan. Mits goed opgezet, kan een verhaal meteen je publiek meenemen op een reis, zoals je bij een goede film er direct ‘in’ zit.
Maar probeer niet ten koste van alles te openen met een verhaal. Test je verhaal vooraf bij een collega of je partner. Resoneert het? Is duidelijk wat de pointe is? Is het niet te lang of te kort?
Open met een knal
Natuurlijk kun je met een auto het podium op scheuren en er dertien clowns uit laten springen voor jij aan je verhaal begint.
Maar ook hier weer; wees voorzichtig. Het mag wel, maar het moet niet onnatuurlijk aanvoelen. Het moet bij jou (of je verhaal) passen.
Spektakel om het spektakel is als geluidseffecten in je PowerPoint: je vind het waarschijnlijk vooral zelf erg leuk.
Conclusie
Maak het niet te ingewikkeld. Het mag way over the top, maar dat hoeft niet. Houd het relevant en zorg dat het bij je past.
Gebruik eventueel lichte zelfspot om het ijs te breken of ontloop de klassieke (en saaie) openingszin waarbij je vertelt wat je gaat vertellen met een pakkend verhaal.
Maar zorg voor je publiek. En dat kan op twee manieren: enerzijds door een sociale band met ze te bouwen, maar minstens zo belangrijk is het om ze te laten ervaren dat ze daar niet voor niets zitten. Dat jij ze iets gaat brengen. Dat de tijd die ze investeren een waardevolle ervaring voor ze zal zijn.