Een vraag die tijdens onze training Presentatie Maken regelmatig gesteld wordt, is hoeveel dia’s een presentatie ‘mag’ hebben. Of; wat hiervoor een goede ‘richtlijn’ is.
Deze vraag suggereert dat je te veel of weinig dia’s kunt hebben. Klopt dat? En hoe zorg je er voor dat je dat voorkomt? We halen de inzichten van verschillende presentatie-specialisten bij elkaar.
Is er zoiets als ‘te veel’ dia’s?
Kijk eens naar de eerste paar minuten van de presentatie uit 2005 van Dick Hardt over Identity 2.0:
Dit is een klassiek voorbeeld van wat ook wel de Lessig Method wordt genoemd: veel (eenvoudige) dia’s in korte tijd.
En de critici zijn het er redelijk unaniem over eens dat dit een bijzonder geslaagde en effectieve presentatie was. Ondanks de honderden dia’s in krap 15 minuten.
Dick bewijst: Heel veel dia’s in een korte presentatie kan goed werken.
Is hij daarmee een uitzondering? Misschien. Want we kennen allemaal de eindeloze presentaties met een onophoudelijke stroom aan dia’s… Maar het laat wel zien dat ’te veel’ dia’s niet een kwestie van aantal is.
Maar… is er dan misschien wel zoiets als ‘te weinig’ dia’s?
Laten we eens naar de andere kant van het spectrum kijken. Zijn presentaties met weinig dia’s een garantie voor succes?
Nou, de allerbekendste ‘presentaties’ hebben vaak geen enkele dia. Denk bijvoorbeeld aan de ‘I have a dream’-speech van Martin Luther King. Of zelfs een presentatie met maar drie, vier of vijf dia’s (zelfs in een uur) kan bijzonder krachtig zijn.
Maar ook dat is geen sleutel tot succes. Denk ook eens aan de vele ongemakkelijke speeches op afscheidsborrels of bruiloften. Geen dia’s, maar ook geen top-presentaties.
En onderzoek wijst uit dat visuele ondersteuning op het juiste moment, een boodschap kracht bij kan zetten. Het argument ‘Ik gebruik geen dia’s, want dan heb ik een betere presentatie’, zegt dus meer over de spreker dan over een universele waarheid.
Kortom: er lijkt niet zoiets als vast gegeven van ‘te veel’ of ‘te weinig’ dia’s. En in beide uiteindelijk van het spectrum lijken sprekers er bijzonder effectieve presentaties mee te kunnen geven.
Wat zeggen de specialisten?
Laten we eens verder kijken en onderzoeken wat gerenommeerde presentatie-specialisten zeggen over het aantal dia’s:
“Ten is the optimal number of slides in a PowerPoint presentation because a normal human being cannot comprehend more than ten concepts in a meeting”
Maar daarbij verwijst Kawasaki in feite vooral naar de tien onderwerpen die je volgens hem in een business pitch moet verwerken. Het zegt dus meer over de inhoud van je presentatie, dan het aantal dia’s. Maar het is wel een ezelsbruggetje.
“Cut down the number of slides. You don’t need a transcript of your speech with every point and sub-point. Yawn! People are only going to remember the major points any way.”
Hij stelt dat het aantal dia’s er niet zoveel toe doet, zolang je je publiek weet te boeien: “There are myriad types of presentation situations and the actual number of slides (…) may vary greatly depending on the specific circumstances and method. However, the audience should have no idea how many slides you have. Once they start counting slides all is lost.”
“PowerPoint presenters generally lose their audience because they try to cram multiple ideas or too much information onto each slide, not because there are too many of them”
Hij pleit liever daarom liever voor een paar dia’s meer: “The dullest PowerPoint presentations probably have too few slides!” waarmee hij wijst op dia’s waar minder op staat.
‘Hoeveel dia’s?’ wordt: ‘Waar wil ze voor gebruiken?’
Wat kunnen we hier uit opmaken? In ieder geval dat er geen algemene vuistregel is voor het aantal dia’s dat je presentatie ‘mag’ hebben.
Verder zijn er grofweg twee redeneerlijnen onder de specialisten:
- Focus – Gebruik je dia’s om de kern van jouw boodschap kracht bij te zetten. Mensen kunnen een beperkte hoeveelheid onthouden. Daarom ben je beperkt in het aantal (7–10) dia’s wat je kunt gebruiken. Choose them wisely!
- Boeien – Gebruik dia’s om de aandacht vast te houden. Dia’s dragen daarmee bij aan de totaalervaring. De irritatiegrens van het publiek vormt dan de grens.
In beide gevallen geldt het credo ‘de dia’s zijn er niet om het verhaal te vertellen, maar om de spreker te ondersteunen’; ofwel om de boodschap (visueel) te onderstrepen, ofwel in het bijdragen van de totaalbeleving. Dus gebruik ze niet als spiekbriefje – daar heb je Presenter’s View immers voor.
Linksom of rechtsom is het altijd zaak om dia’s to the point te houden en de information load beperkt te houden (durf het onnodige te schrappen), zodat de aandacht op de spreker gericht blijft. Sinds 2005 adviseert Cliff Atkinson in het standaard-werk ‘Beyond Bullet Points’ al één idee per dia, in plaats van per bullet.
Maar de exacte hoeveelheid dia’s, dat is niet iets om je druk over te maken.
Belangrijker is het dat je dia’s een rol hebben en dat ze dat goed doen. Of om toch weer met Nancy Duarte af te sluiten, die het mooi samenvat in: “So…Don’t worry about slide count. Just make your slides count.”