Een presentatie-afstandsbediening, of ‘presenter’, is handig. Sterker nog: ik denk dat zo’n apparaatje noodzakelijk is om een goede presentatie te geven.
Maar als je er een gebruikt, doe het dan wel goed…
“Waarom zou ik een afstandsbediening gebruiken?”
Ja, waarom eigenlijk.
Je kunt ook gewoon bij elke nieuwe dia naar je laptop lopen en op de spatiebalk drukken. Of – bloedserieus – roepen “Volgende dia!”, in de hoop dat je collega op het juiste moment op de spatiebalk drukt.
Maar dat leidt allemaal af. Het verstoort het contact tussen jou en je publiek. En echt contact, echte aandacht voor jou en je boodschap, is nu net waar een presenter bij kan helpen.
“Jaja, ik gebruik zo’n ding. En nu…?”
Mooi.
Zorg in ieder geval dat je een goede hebt, zoals een Logitech R400 of een Kensington Wireless Presenter. Dit zijn presenters die op radiogolven werken, zodat het niet uitmaakt wat er tussen jou en je laptop in zit. Dat geeft je de vrijheid die je nodig hebt.
Nu je een goede hebt, bekijk dan eens onderstaande top 4 van fouten bij het gebruik van een presenter. En maak ze in ieder geval niet :-).
4. Behandel je presenter als een waardevol, kwetsbaar stuk elektronica
Veel sprekers veranderen als ze met een presenter gaan werken. Ze zijn er te voorzichtig mee, alsof hij elk moment kapot kan gaan of kan bijten.
Ze bewegen de hand met de presenter nauwelijks, ze verstarren.
En dat is jammer, want die presenter geeft je nu net de vrijheid om met mooie gebaren je presentatie te geven.
Geloof me: zo’n presenter kost weinig en kan veel hebben (en hij bijt niet!). Zorg ervoor dat hij één is met je lichaam, een natuurlijk verlengstuk van je arm.
Wen eraan.
Dat kun je oefenen door hem eens een hele dag bij je te houden. Of slaap er een nachtje mee. Wel eerst even uitzetten… en je partner waarschuwen.
3. Gebruik de laserpointer zo veel mogelijk
Handig hoor, zo’n laserpointer op je presenter. Kun je alles op je dia’s mooi aanwijzen, zonder dat je zelf in beeld hoeft te staan.
…
Ehm.
Een presentatie gaat niet om je dia’s. Een presentatie gaat om jou en je publiek. Dus probeer de aandacht van je publiek zo veel mogelijk bij jou te houden. En zo min mogelijk bij je dia’s.
Met een rood lampje op je dia’s schijnen, helpt daar niet bij.
(En hoe ouder je wordt, hoe harder dat rode lampje gaat trillen. Dat leidt nog meer af…)
Mijn advies: gebruik de pointer niet. Vertel gewoon een goed verhaal.
2. Kijk omlaag naar je presenter
Een presenter is een ingewikkeld apparaat. Er zitten soms wel 5 knoppen op. Dat kun je alleen maar goed bedienen door er bij elke klik naar te kijken.
Nou, nee.
Presenters zijn zo gevormd, dat je ze kunt bedienen zonder ernaar te kijken. Er zit bijvoorbeeld een puntje op de knop voor ‘volgende dia’, of de vormen van de verschillende knoppen zijn duidelijk anders.
En dat is mooi, want als je niet naar je presenter kijkt, kun je wel naar je publiek kijken. Oogcontact maken en vertrouwen winnen.
Trouwens, 99% van de tijd gebruik je maar één knop: die om naar de volgende dia te gaan.
1. Richt je presenter op het scherm
Heb je dat weleens gezien? Een spreker die, telkens als hij een volgende dia kiest, de presenter op het scherm richt?
Dat ziet er best aandoenlijk uit…
Maar het is natuurlijk nergens voor nodig. In tegenstelling tot bij je TV thuis, zit de ontvanger van je presenter niet in het scherm, maar in de laptop. (En zelfs daar hoef je niet op te richten, als je een goede presenter hebt.)
Houd de aandacht van je publiek liever op jou gericht, in plaats van bij elke klik je publiek weer naar het scherm te verwijzen.
Conclusie: aandacht voor jou, niet voor de presenter
De beslissing om een presentatie-afstandsbediening te gebruiken is een van de beste beslissingen die je kunt nemen, als je een presentatie gaat geven. Als je hem goed gebruikt, heeft je publiek extra veel aandacht voor jou en je boodschap.
Waak ervoor dat de presenter niet onbedoeld te veel aandacht krijgt.