Tekst in een PowerPoint-presentatie: Het lijkt of sommige sprekers er geen genoeg van kunnen krijgen…
Wij zijn voorstander van het beperken van de hoeveelheid tekst op een dia. Maar je kunt niet altijd zonder. Hoe zorg je nou dat je de tekst die je dan wél op je dia zet, ook leesbaar is?
Met deze serie artikelen over typografie leggen we stap voor stap uit hoe je teksten leesbaar opmaakt. In dit eerste deel leggen we een aantal basisbegrippen van typografie uit. Onder typografie verstaan we het samenspel tussen lettertypes, lettergrootte, kleur, marges, witruimte, regelafstand, spatiëring en het aantal woorden per regel.
Lettertypen
Wat wij kennen als een lettertype of font (die worden nogal eens door elkaar gebruikt), zit qua definities iets lastiger in elkaar:
Een lettertype (typestyle of typeface family in het Engels) is de verzameling van typefaces en fonts die bij elkaar horen. Voorbeelden van zo’n lettertype is Times New Roman of Arial.
Een lettertype bestaat (over het algemeen) uit meerdere typefaces. Een typeface is bijvoorbeeld Times New Roman italic, maar ook Arial regular en Arial bold zijn verschillende typefaces.
Een font tenslotte is de combinatie van een typeface in een bepaalde corpsgrootte (zie hierna), zoals Arial bold 9 pt of Times New Roman italic 12 pt.
Een gradatie is tenslotte weer een ‘gewicht’ van een letter: hoe dik deze is. Zo zijn er verschillende lettertypes die een verzameling zijn van verschillende gradaties zijn. Deze gradaties worden aangegeven met getallen of aanwijzingen, zoals Lato Thin, Lato Light en Lato Regular.
Stokken, staarten, corps en x-hoogte
Een letter is opgebouwd uit een aantal delen en maten. Het corps is de hoogte van de volledige letter, inclusief stokken en staarten.
Die zogenaamde stokletters (bijvoorbeeld h en b) en staartletters (bijvoorbeeld g en j) bepalen dus de grootte van het corps.
De meeste letters vallen echter binnen de x-hoogte; dat is dus de hoogte van een onderkastletter zonder stok of staart.
Daardoor kan het dus ook gebeuren dat verschillende lettertypes bij dezelfde lettergrootte (corps) groter of kleiner ogen, omdat de stokken en staarten een stuk kleiner zijn en de x-hoogte daardoor dus een stuk groter.
(De herkenbaarheid van een letter wordt overigens voornamelijk door de bovenste helft van de letter bepaald. Probeer het maar eens door achtereenvolgens de onderste helft en dan de bovenste helft van een regel af te dekken).
De schreef (en schreefloze letters)
De schreef is de dwarslijn aan het einde van een letter, zoals bij Times New Roman en Garamond.
Schreefloze lettertypen zijn dus letters zonder die dwarslijn, zoals Arial, Verdana en Helvetica.
Regel- en alinea-afstand
De regelafstand is de ruimte tussen twee tekstregels. Deze ruimte moet voldoende zijn, zodat de tekst lucht krijgt en niet gepropt staat. Maar ook niet ver van elkaar af zodat het lijkt alsof er steeds een nieuwe alinea begint. Dit onderbreekt het tempo van het lezen.
Het verschil in grootte tussen de regelafstand en het corps heet overigens interlinie. Standaard is de interlinie vaak ingesteld als 20% van de lettergrootte (corps). De regelafstand is in dat geval dus 1,2 keer zo groot in punten als de lettergrootte.
Vaak is de regelafstand in te stellen als factor van de ‘normale’ regelafstand. Enkel of ‘1’ staat dan gelijk aan de lettergrootte plus die 20% interlinie .
Alinea-afstand is de ruimte tussen de alinea’s. Een alinea heeft een ruimte voor en na de alinea. Gebruikelijk wordt hier een vaste factor van de regelhoogte gekozen.
Weduwen en wezen
Met wezen en weduwen (orphans en widows) worden de ‘losse’ zinnen of woorden bedoeld die eigenlijk bij de vorige regel horen, maar los komen te staan.
Een weduwe is een enkele zin die op een nieuwe pagina of in een nieuwe kolom doorloopt. Hier heb je met presentaties niet zo veel last van.
In een presentatie heb je eerder last van wezen. Een wees is een woord van de vorige zin dat alleen op een nieuwe regel staat. Dit onderbreekt de regelmaat van het lezen en ziet er onverzorgd uit.
Spatiëring
De ruimte tussen afzonderlijke letters heet spatiëring. Je kunt de afstand tussen letters vergroten of verkleinen (afspatiëren, of: kerning) wat om esthetische of praktische redenen wordt gedaan. Maar de ruimte wordt al snel te groot of te klein, waardoor de tekst slechter leesbaar wordt.
Tips voor betere dia’s
Deze (technische) termen vormen een belangrijk deel van de taal van typografen. Het zijn de elementen waarmee gewerkt kan (en moet) worden om een leesbare tekst op papier of een scherm gezet worden.
In de volgende twee delen geven we je concrete tips voor betere leesbaarheid van de tekst in jouw presentaties.