Hoe zorg je nou dat je de tekst die je op je dia zet, ook leesbaar is? In deze serie van 3 artikelen over typografie leggen we je de basis van goed gebruik van tekst uit.
In het eerste deel heb je kunnen lezen over de basisbegrippen in typografie en in het tweede deel beschreven we tips voor betere leesbaarheid.
In dit derde deel geven we de echte perfectionisten nog een aantal aandachtspunten die de typografie in een PowerPoint-presentatie helemaal af maken.
1. Interpunctie op je PowerPoint-dia
Hoe ‘hoort’ het eigenlijk? Natuurlijk gebruik je korte teksten op een dia. To the point. Daarom kun je teksten op een dia beschouwen als (sub)titels.
En bij titels gebruik je (in de Nederlandse grammatica) wel een hoofdletter aan het begin, maar in principe hoort er geen punt achter de zin.
(Quotes zijn hier overigens een duidelijke uitzondering op!)
2. Steel de show met symbolen en diakrieten
Als we toch bezig zijn met het meer grammaticale aspect van goed gebruik van typografie; probeer tekens (zoals ©, ®, º en €) en diakrieten (zoals é, ü en ç) te gebruiken waar ze horen. Je tekst oogt gelijk een stuk professioneler!
In het buitenland is dat overigens weer anders. In het Duits staat het euro-teken (zonder spatie) direct achter het bedrag. In de Engelse taal wordt het euro-teken zonder spatie voor het bedrag gezet (net als de pond (£) en dollar ($) overigens).
Dus gebruik de juiste liggende streepjes, graden- en copyright-tekens en steel de show.
PS Moeite om ze te vinden of om de juiste ASCII-codes te onthouden? Even Google of Wikipedia opstarten, een snelle zoekopdracht en vervolgens knippen en plakken kan een snelle manier zijn om het juiste teken te pakken te krijgen!
PS2 Sommige minder-volledige lettertypen bevatten niet alle symbolen. Maar om het symbool in een ander lettertype in te voegen is ook niet fraai, dus dan wordt het kiezen tussen een aantal kwaden: (1) een volledig ander lettertype gebruiken, (2) voor het teken een ander lettertype gebruiken, (3) of het teken omzeilen.
3. Speel met gewichten van lettertypen
Moderne lettertypes hebben vaak verschillende gewichten (diktes). De hele dunne letters zijn goed geschikt voor grote tekst, zoals titels. Je kan ze groot maken zonder dat ze lomp over komen.
Maar het tegenovergestelde kan ook werken. Wanneer je voor het grote corpsgrootte een dikkere letter kiest en voor de kleinere tekst een dunne ontstaat een spannender contrast, zoals in het rechtervoorbeeld.
4. Benadruk tekst met kleur
Gebruik niet de functie om tekst te arceren in PowerPoint. Daarmee kleur je de achtergrond van de tekst in standaard neon-kleuren. Niet mooi. (En in nieuwe versies van PowerPoint kan het gelukkig inmiddels ook niet meer). En onderstreepte tekst wordt geïnterpreteerd als hyperlink.
Wanneer je een woord in een andere kleur zet, valt het woord op zonder dat het alle aandacht naar zich toe trekt.
Maar ook hier geldt – net als wanneer je de tekst dikgedrukt wilt maken – als je tekst wilt highlighten is het blijkbaar belangrijk. Kan de rest misschien weg?
5. Verzorg bullet points
Zo maak je bullet points toch iets minder ‘standaard’ (en dus: saai).
6. Herstel wezen
Het is al eerder voorbij gekomen: wezen en weduwen. Wezen zijn de enkele woorden die op een nieuwe regel terecht komen, terwijl het woord bij de vorige regel hoort.
(Weduwen zijn een gedeelte van een zin die doorloopt in een kolom op op een nieuwe kolom of pagina. Maar hier heb je meestal geen last van in presentaties.)
Wanneer je een wees wilt ‘oplossen’, kan dat op een paar manieren:
- Voorkom een wees door de zin in te korten
- Lukt dat niet, breek dan zelf de regel eerder af met een ‘zachte return’ (gebruik hiervoor shift + enter) zodat de wees niet meer alleen staat
- Je kunt ook proberen de breedte van het tekstvak aan te passen, maar dan loop je het risico dat de je de consistentie en uitlijning van je dia’s verstoort of buiten de dia-marges komt.
- Wanneer dit niet lukt kan je de tekst ‘afspatiëren’. Dit betekent dat je de witruimte tussen de letters kleiner maakt. Dit doe je als volgt: rechter muisklik > lettertype > tekenafstand.
Versmal de zin niet teveel (normaal: 0,5 punten) want dan ziet de tekst er niet meer natuurlijk uit.
7. Experimenteer met (klein)kapitalen en spatiëring voor kleine tekst
Bovenkast-letters heten in de volksmond kapitalen (of: hoofdletters). Bovenkast-letters zijn overigens niet hetzelfde als kleinkapitalen.
Kleinkapitalen zien er uit als hoofdletters, maar hebben de grootte (x-hoogte) van kleine letters en behouden de juiste lijndikte. (Om even technisch te worden; wanneer je bovenkast letters kleiner zou maken om ze in de x-hoogte te passen, verliezen ze de juiste dikte-verhouding… maar als je dat te technisch vind, mag je het meteen weer vergeten).
Om de leesbaarheid te bevorderen moet de tekst soms iets worden aangespatiëerd. Dit gaat op dezelfde manier als bij het vorige punt (rechter muisklik>lettertype>tekenafstand) alleen kies je dan voor ‘verbreed’ in plaats van ‘versmal’.
8. Wantrouw software
Tenslotte; vertrouw niet blindelings op de standaardinstellingen van PowerPoint. Vaak klopt optisch de uitlijng van teksten niet. Het klopt in millimeters misschien wel, maar optisch is het niet pluis.
Wanneer je bijvoorbeeld een woord hebt zonder stokken (bijvoorbeeld: “wezen”) en je wilt het woord verticaal centreren op een pagina, lijkt dat optisch niet te kloppen. Powerpoint ziet dit niet. Dit zijn dingen die je zelf moet aanpassen.
Ook wanneer je 2 tekstblokken maakt in PowerPoint met tekst in verschillende corpsgrootten en deze blokken beide links uitlijnt en recht onder elkaar zet, zal de tekst optisch niet lekker uitlijnen. Om dit goed te krijgen, zul je handmatig wat moeten spelen met de marges om het optisch te laten kloppen.
Ja, the devil is in the details…
Er zijn dus genoeg aandachtspunten als het neerkomt op het opmaken van tekst in PowerPoint. Maar wanneer je met een aantal van deze (en de vorige) adviezen aan de slag gaat, ziet je presentatie er een stuk verzorgder uit dan die van je collega’s.
Succes!