Waar ga je staan tijdens je presentatie? Het klinkt misschien als een overbodige vraag: ‘voor het publiek’, of ‘op het podium’. Maar toch is het een heel goede vraag. Want je hebt een keuze waar je precies gaat staan. En die keuze, die doet ertoe.
Wil je beter leren presenteren, dan kun je niet om je positie op het podium heen. In dit artikel leg ik uit waar je allemaal rekening mee kunt houden.
Om te zorgen dat we het allemaal over hetzelfde hebben, geef ik je eerst mijn definitie van ‘het podium’:
Het podium is de ruimte in de zaal, waar je als spreker tijdens je gehele presentatie zou mogen zijn, zonder dat mensen in de zaal denken: “Huh?! Wat doet ie daar?”
Elk podium kun je onderverdelen in twee keer twee helften: een voorste en een achterste helft, en een linker- en een rechterhelft.
De achterste helft is een no-go area!
Wat er ook gebeurt: de achterste helft van het podium is wat mij betreft een no-go area. Als je daar staat, vergroot je niet alleen de fysieke afstand tot je publiek, maar het geeft onbewust ook een signaal van vluchtgedrag. Alsof je bang voor ze bent.
Dus: blijf altijd op de voorste helft van het podium. Ze bijten heus niet.
Goed, we blijven dus op de voorste helft. Maar waar dan? De voorste helft heeft immers een linker- en een rechterzijde en een midden…
Het midden is de belangrijkste plek om te staan op het podium
De allerbelangrijkste plek op het podium is het midden, een beetje vooraan (zie de afbeelding bovenaan). Daar trek je als spreker alle aandacht naar je toe. Dat is de ideale plek om te staan op de belangrijkste momenten van je presentatie: het begin en het eind.
(Heb je last van de beamer als je daar staat, kijk of je dat kunt verhelpen. Lukt dat niet, ga dan voor ‘the next best thing’: net naast het midden. Want niemand wil dia’s op je overhemd geprojecteerd zien…)
De zijkanten zijn prettig voor afwisseling
Als je alleen maar in het midden staat, wordt het wel een beetje saai en statisch. Beweging is boeiend. Maak dus goed gebruik van de gehele voorste helft van het podium!
Door bewust af te wisselen tussen de linker- en de rechterhelft van het podium, maak je het voor je publiek gemakkelijker om je verhaal te volgen én wordt je optreden interessanter.
Bijvoorbeeld: vertel persoonlijke verhalen vanaf de ene zijkant, en feiten vanaf de andere. Of vertel het ene onderwerp vanaf links en het volgende vanaf rechts.
Of vertel een chronologisch verhaal beginnend links op het podium (voor de toeschouwer links), stapsgewijs naar het nu en de toekomst aan de rechterkant. Je positie loopt dan logisch mee met een denkbeeldige tijdlijn.
Dat maakt je verhaal overzichtelijk. En als leuke bonus: het bouwt rust in je presentatie, mits je tijdens het wisselen van positie stil bent… (en dat voelt voor veel mensen vreemd, maar is het voor het publiek niet).
Buiten het podium?
De zaal is groter dan alleen het podium. En het kan heel krachtig zijn om daar eens gebruik van te maken: verlaat af en toe eens het podium.
Hoe je dit kunt doen en wat je beter kunt laten, heeft alles te maken met de indeling van de zaal en de grenzen van het podium die daar gelden…
Het verhoogde podium: handle with care
Ik vind het riskant. Je kunt je lelijk bezeren, of acrobatisch komen te stuntelen. Maar vooral ook: als je er afstapt, kan een groot deel van het publiek je waarschijnlijk niet meer goed zien.
Mijn advies: is je podium verhoogd, blijf er dan op tijdens je gehele presentatie.
Het niet-verhoogde podium: wat zijn de grenzen?
Meestal zijn de zijkanten en de achterkant nog wel helder: de muren van de zaal en het projectiescherm.
Maar de voorkant…? Die is belangrijk: de voorkant bepaalt ook tot waar de achterste helft loopt, en dus je no-go area!
Het podium stopt aan de voorkant ongeveer een meter vóór de voeten van de mensen op de voorste rij: net buiten hun ‘personal space’ dus.
Af en toe mag je daar best overheen. Zeker als de zaal een gangpad heeft kan het geen kwaad af en toe het publiek in te lopen, bijvoorbeeld als je de mensen een vraag stelt.
Maar doe het met mate, zodat mensen op de voorste rijen niet constant gedraaid hoeven te zitten. Daarmee verlies je het contact, terwijl het daar nu juist om gaat bij je presentatie.
Een bijzonder geval: de U-opstelling?
Een aandachtspunt bij de U-opstelling is dat je moet voorkomen dat mensen te veel naar je rug moeten kijken. Daarom loopt de voorste grens van je podium tot aan de ogen van de mensen die vooraan zitten. De U in lopen is dus echt ‘van het podium af komen’.
Ten slotte, de zijgrenzen worden bepaald door diezelfde ogen van de mensen op de voorste rij. Ga je daaroverheen, dan moeten ze naar achteren kijken om je te kunnen zien… dat houden ze niet lang vol. Dus vraag het liever niet van ze…
Conclusie: staan op de juiste plek helpt je presentatie
Je ziet; ‘vóór een groep’ staan is nogal kort door de bocht. Want wáár sta je voor de groep? En hoe gebruik je de ruimte in je voordeel?
Ga niet te ver weg staan, varieer je positie en gebruik het midden voor je opening en conclusie. Op die manier laat je zelfs jouw plek op het podium je presentatie versterken!